Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Die zeide tot hem: Waarom zijt gij [7]van morgen tot morgen zo [8]mager, gij koningszoon, zult gij het mij niet te kennen geven? Toen zeide Amnon tot hem: Ik heb Thamar, de zuster van mijn broeder Absalom, lief. 7. Hebreeuws, in den morgen, in den morgen, of des morgens, des morgens; dat is, alle morgen, alle dagen, van dag tot dag. Hij wil zeggen: Wat schort u dat gij er dagelijks zo mager uitziet? 8. Hebreeuws, zo dun, uitgeteerd.